Geschiedenis van de Nyingma Overdrachtslijn

De Nyingma traditie, ook wel bekend als de Oude Traditie, dateert uit de tijd van het ontstaan van het Boeddhisme in Tibet in de 7e eeuw tijdens de regering van Koning Songtsen Gampo (617-698) Het kwam tijdens de regering van Koning Trisong Detsen (790-858) volledig tot bloei dankzij de inspanningen van Indiase geleerden als Shantarakshita, de tantrische meester Padmasambhava (Guru Rinpoche) en de geleerde-vertaler Vimalamitra.

Nyingma Masters

Deze leringen behoren tot de Oude Vertaling School, terwijl de leringen van de Kagyu School (gesticht door Marpa Lotsawa 1012-1099), de Sakya School (gesticht door Kohn Konchok Gyalpo 1034-1102) en de Gelug School (gesticht door Je Tsongkhapa 1357-1419) behoren tot de Nieuwe Vertaling School. Tijdens het laatste deel van de 9e eeuw, werd het boeddhisme onderdrukt door een het boeddhisme vijandige koning, Lang Darma, en de Nieuwe Traditie dateert uit de tijd van de wederopbouw na diens dood. De Nyingma traditie overleefde deze periode door de kracht van haar yogi’s die niet afhingen van kloosters die koninklijke bescherming genoten.

De tantra’s die uniek zijn voor de Nyingma traditie kent drie innerlijke tantra’s: Mahayoga, Anuyoga en Atiyoga (Dzogchen).

Er zijn nog 3 overdrachtslijnen in de Oude Traditie School van de Nyingma tantra’s, nl de “Mondelinge Overdrachtslijn op Afstand”, afkomstig van de directe mondelinge overdracht door de Boeddha; de “Verborgen Schatten Overdrachtslijn van Dichtbij” (terma) afkomstig van leringen uit teksten van verborgen schatten. Deze teksten werden geschreven door Guru Rinpoche, Khandro Yeshe Tsogyal en anderen en verborgen om voor toekomstige generaties van nut te kunnen zijn. Tenslotte de “Overdrachtslijn van Diepzinnige Pure Visies” van leringen die door diverse meesters direct zijn ontvangen tijdens meditatie en post-meditatie.

Atiyoga (Dzogchen), de hoogste lering, bestaat uit drie delen: Semde, Longde en Mengakde. Semde en Longde zijn verbonden met Vairochana en Vimalamitra, terwijl Mengakde in verband wordt gebracht met Guru Rinpoche en Vimalamitra. Deze Mengakde, de directe mondelinge kerninstructie die van meester op leerling gaat, wordt onderverdeeld in vier cycli: Buiten, Binnen, Esoterisch en Meest Innerlijke Esoterische Cycli. De Mengakde leringen en dan speciaal de Meest Innerlijke Esoterische Cyclus staan bekend als de Nyingtik, de Meest Innerlijke Essentie (volgens Tulku Thondup)

De algemene Nyingma innerlijke tantras werden op drie manieren overgebracht: via de geest, als symbool en via het woord, en de laatste transmissie gebeurt door overdracht van meester op leerling.

Naast de 17 root tantra’s, bevat de Nyingtik vele andere tantra’s en leringen die ontdekt werden door tertons, ontdekkers van verborgen-schat-leringen. Van alle verborgen-schat-leringen zijn de Vima Nyingtik - naar Tibet gebracht door Vimalamitra- en de Khandro Nyingtik - door Guru Rinpoche overgebracht en later weer in de belangstelling gebracht door de ontdekkingen en geschriften van Longchen Rabjam (1308-1363) - de uitgebreidste en meest diepzinnige leringen van de Nyingtik.

Longchen Rabjam wordt gezien als een van de grootste meesters in de Nyingma traditie. Hij schreef meeer dan 250 opstellen met een grote variatie aan onderwerpen, maar hij is het meest bekend door zijn werken over Dzogchen, met name over de intensieve exegese van de Dzogchen tantra’s bekend als de Zeven Schatten, de Choying Dzod.

Ofschoon hij een van de meest gerealiseerde geleerden van Tibet was, met grote groepen leerlingen die hem overal volgden, bleef hij een simpele kluizenaar met weinig bezit die de meeste tijd in grotten verbleef. Hij beschouwde afzondering in de natuur als een bron van spiritueel ontwaken. Volgens hem kon de vrede en helderheid van de natuur beoefenaren inspireren zich met ultieme vreugde te verenigen teneinde de eenheid van universele openheid en schitterende helderheid te ervaren. Hij bouwde geen kloosters maar verkoos te leven in afzondering, en hij adviseerde zijn leerlingen dit voorbeeld te volgen.

Jigme Lingpa (1739-1798) ook wel bekend als Khyentse Ozer, of ‘Stralen van Wijsheid en Compassie’, ontdekte de uitgebreide en diepzinnige Longchen Nyingtik cyclus van leringen, tesamen met originele Nyingtik tantras. De Longchen Nyingtik werd als geest-schat ontdekt en is de hart-essentie van Longchenpa, aan Jigme Lingpa op 28-jarige leeftijd geopenbaard tijdens een drie jaar retraite in Chimpu.

Op 34-jarige leeftijd, verhuisde Jigme Lingpa van Chimpu naar Tsering Jong in Zuid-Tibet waar hij een simplele kluizenaarshut bouwde met een meditatieschool. Later werd dit een nonnenklooster tot 1959 toen alles verdween in de politieke chaos. Sinds de tachtiger jaren van de twintigste eeuw is Tsering Jong weer als nonnenklooster in gebruik.

Jigme Lingpa begon empowerments en uitleg van de Longchen Nyintik cyclus te geven in 1765, en vanaf die tijd verspreidden de teachings zich snel door Tibet. Vandaag de dag staan de Vima Nyingtik en Khandro Nyingtik bekend als de Vroege Nyingtik, en de Longchen Nyingtik als de Late Nyingtik. Het is de meest wijdverspreide en beoefende overdrachtslijn van de Nyingtik, het brengt de essentiele elementen van zowel de Vima Nyingtik als de Khandro Nyingtik bij elkaar.

Transmissie

Tantra betekent het continuum of de continuiteit die verbindt of die de natuur is die gewoon is aan samsara en nirvana. Tantra is de boeddha natuur van de grond, de eenheid van zicht en meditatie van het pad, het lichaam en de wijsheid die het resultaat zijn van spirituele praktijk en realisatie. Tantra betekent eigenlijk de uiteindelijke natuur van verschijnselen, haar esoterische betekenis ofwel boeddhaschap.

Terwijl de tantrische leringen de uitdrukking zijn van de uiteindelijke staat, dharmakaya, worden zij gevat in woorden, aanwijzingen en teksten van esoterische beoefeningen. De transmissie van de leringen en de esoterische kracht afkomstig van de oorsrponkelijke Boeddha die van meester op leerling wordt overgebracht is de basis van de tantrische traditie.

Op twee manieren wordt de Nyingma traditie van sadhanas overgedragen. De ene is kama of lange transmissie waarbij leringen worden overgedragen van leraar op student door de geest transmissie tussen boeddhas, de transmissie van tekens tussen hen die de kennis bezitten (Vidyadharas) en de Lichtgevende Transmissie die in een ononderbroken lijn vanaf de tijd van Garab Dorje via Manjushrimita, Guru Rinpoche, Vimalamitra en Nagarjuna is overgedragen.

De andere is de korte of Terma Transmissie van geopenbaarde schat-leringen. De termas zijn tantrische geschriften, velen uit de Uiterlijke Tantra’s maar de meerderheid uit de Innerlijke Tantra’s. Guru Rinpoche gaf esoterische leringen en transmissie van de Vajrayana aan honderden leerlingen. De belangrijkste studenten zijn de Vijfentwintig Discipelen die de root-incarnaties zijn van de huidige meesters. Guru Rinpoche verborg duizenden Termas op vele plaatsen voor het welzijn van toekomstige volgelingen, deze zijn opgeslagen in de essentiele natuur van de geest van zijn gerealiseerde studenten waar zij op het juiste moment manifesteren.

Vele gerealiseerde meesters en incarnaties van Guru Rinpoche en diens Vijfentwintig Discipelen zijn Tertons, in staat om deze schat-leringen te openbaren in de vorm van Geest-Termas, directe realisatie, of Aarde-Schatten, dakini geschriften die gevonden worden op geheime plekken, en die alleen door de Terton ontcijferd kunnen worden. Zoals Tulku Thondup schrijft, “Nyingma termas zijn geen geschriften die verborgen worden ale boeken in een ander rijk of plaats om weer ontdekt of teruggebracht te worden als dezelfde fysieke tekst. Nee, ze worden ontdekt door de ontwaakte geest van de leringen vanuit de natuur van de geest van de gerealiseerde discipelen van Guru Rinpoche en anderen’.

Voor een verdere uitleg van de Terma Transmissie Traditie van de Nyingma School zie Tulku Thondup’s Verborgen Schatten van Tibet, 1986